Oproepen van voorkennis
Wat? De leerkracht start de les met een verwijzing naar vorige lessen over ordenen en introduceert de term 'classificatie'. Ook laat ze de leerlingen de verschillende diersoorten die ze al leerden opnoemen en de eigenschappen die ze al kennen.
Waarom? Het oproepen van voorkennis bevordert het inzicht. Daarnaast worden nieuwe termen aangebracht en uitgelegd.
UDL? punten 5 en 6 in matrix
Waarom? Het oproepen van voorkennis bevordert het inzicht. Daarnaast worden nieuwe termen aangebracht en uitgelegd.
UDL? punten 5 en 6 in matrix
De opdracht
Wat? De leerlingen krijgen de opdracht voor deze les te horen in een audiofragment. Een vriend van de juf moet een zoo ontwerpen en vraagt hulp om de zoo in te delen en de kooien in te richten.
Waarom? Een concreet verhaal spreekt leerlingen aan. Het is een opdracht met een concreet doel (een zoo inrichten) en dat enthousiasmeert.
UDL? punten 1 en 4 in matrix
Waarom? Een concreet verhaal spreekt leerlingen aan. Het is een opdracht met een concreet doel (een zoo inrichten) en dat enthousiasmeert.
UDL? punten 1 en 4 in matrix
Herhalen van de opdracht
Wat? De leerkracht overloopt de te zetten denkstappen. Deze stappen worden tegelijk ook geprojecteerd op het smartboard.
Waarom? De instructies worden via verschillende zintuiglijke kanalen aangeboden, zodat alle leerlingen ze krijgen. Doordat de instructies geprojecteerd blijven, hebben de leerlingen een houvast. UDL? punt 4 en 5 in matrix |